Willem de Vlam
Toneel om naar uit te kijken
Portret Willem de Vlam

In het kort

Willem de Vlam is toneelschrijver, webbouwer en UX -designer. (Over die laatste twee kun je hier meer lezen.) Samen met Tom Helmer richtte hij toneelgroep Opium voor het Volk op. Onder die vlag maakte hij van 2005 tot 2018 voorstellingen die in theaters door heel Nederland te zien waren. Daarna schreef hij vooral toneel in opdracht.

Tegenwoordig bouwt hij vooral websites en maakt hij interactie-ontwerpen. Misschien komt er ooit nog een nieuw stuk. Voorlopig mogen anderen even de theaters onveilig maken.

De (meteen heel erg) lange versie

Het begon met de Kwebbelaar. Tom Helmer en ik studeerden in de vroege jaren nul theaterwetenschap in Amsterdam. Onze vriendschap begon toen Tom het plan had opgevat om een verhaal van Tsjechov te gaan bewerken tot toneeltekst. Het verhaal heette In Een Landhuis - een titel waar je niet veel mee opschiet want zowat alles wat die man schreef speelde zich af in een landhuis.
Het leek Tom leuk als ik er in zou spelen. Hij liet me de tekst lezen en ik vond het ook een goed idee. Min of meer ongevraagd tikte ik een eerste opzet voor een eenakter en liet hem aan Tom lezen - per slot was ik theaterwetenschap gaan studeren met het doel toneelschrijver te worden. Deze eerste opzet beviel en we gingen samen aan de tekst vijlen en prutsen tot we ermee konden gaan repeteren. We kregen anderen zo gek om mee toe doen: Margreet Boersbroek en Nynke van den Bergh speelden de Tsjechov-dochters en Marcelina Oosthoek deed de productie. Op 11 september 2001 gingen we in première. Inderdaad - díe elf september.

Op 11 september 2001 gingen we in première. Inderdaad - díe elf september.

Het was een tof project om te doen en ik had kennis gemaakt met Tom’ s talent als dramaturg. Ik leerde zijn kritiek en suggesties zeer waarderen. We bezochten samen voorstellingen en kletsten daarna urenlang over wat we gezien hadden.
Het sprak dus vanzelf dat ik mijn eerste poging tot een serieuze toneeltekst, ‘3’,  aan Tom liet lezen om te vragen wat hij ervan vond. Hij was enthousiast en we besloten weer een voorstelling te gaan maken.

Opium voor het Volk

Samen met Paul Knieriem - die later nog een aantal teksten van me zou regisseren - speelden we zelf  ‘3’. We vonden een behoorlijk schimmig zaaltje in een kraakpand dat doorging voor kunstenaars-sociëteit. Het was een voordeel dat het volstond met enorme piepschuim blokken die we als tribune konden gebruiken. Er was nul budget - we spaarden alledrie 500 euro bij elkaar om spullen van te kopen. We belichtten de speelvloer met peertjes die we bedienden met een wanddimmer van de bouwmarkt op een plankje. Het was nogal indie

We speelden vijf avonden achter elkaar. Genoeg om tot de conclusie te komen dat we voor het acteren niet in de wieg waren gelegd. Maar ook dat er meer in deze tekst, en vooral: in deze samenwerking zat. 

We speelden vijf avonden achter elkaar. Genoeg om tot de conclusie te komen dat we voor het acteren niet in de wieg waren gelegd.

We besloten van Opium voor het Volk een echte professionele theaterproducent te maken. We vroegen een beetje subsidie aan, contracteerden acteurs Gerrit Dragt, Dion Vincken en Vincent Lodder en regisseur Carola Arons en gaven hen de tekst ‘3’ te spelen. Ondertussen regelden we weer kraakpanden om in te spelen, bouwde ik een website, deden we wat we konden om publiciteit te maken en theaterprogrammeurs de zalen in te krijgen. Dat lukte: 3 werd geselecteerd voor de serie nieuwe theatermakers en mocht in dat programma op tournee in echte theaters. 

Ondertussen werkten we aan onze nieuwe voorstelling ‘Blind’ - een solo voor theatermaakster Lizzy Timmers over het einde van de jaren negentig. Ook deze voorstelling werd opgepikt door het kleine-zaal circuit en vanaf dat moment konden we rekenen op de belangstelling van de theaterwereld voor wat we maakten.

Theaters door heel Nederland

De voorstellingen van Opium voor het Volk waren in heel Nederland te zien. Ook werkte ik voor een aantal ander producenten. Maar naarmate de producties steeds professioneler werden, lekte de Rock 'n Roll er een beetje uit. Ik nam de rol van artistiek leider op me, nadat Tom uit de groep was gestapt om werk in de theaterwereld te vinden dat op allerlei manieren meer loonde. Ik ontdekte al snel dat ik niet in staat was om tegelijkertijd stukken te schrijven, én de rol van artistiek leider van een toneelgroep te vervullen.

Ook kreeg ik steeds minder lol in het schrijven. Ik was theater gaan maken met de bedoeling iets in het collectieve bewustzijn ten goede te veranderen maar met de jaren kwam me dat streven steeds minder haalbaar voor. Mijn voorstellingen werden gezien door mensen die bij binnenkomst al ongeveer hetzelfde dachten als ik - wat zaten we elkaar dan nog te vertellen?

Voorlopig de laatste

Misschien dat ik het ooit nog op mijn heupen krijg, maar Gijs van Amstel is voorlopig mijn laatste stuk. Ik weet niet of er zoiets bestaat als een voorlopige zwanenzang, maar dit is er zo een. Ik vond het inspirerend om te schrijven voor jeugdtheater - voor een zaal vol hoofden waarbinnen de gedachtenroutines nog niet helemaal gecalcificeerd zijn. Ook deed het me goed om eens te schrijven in een vorm en stijl die totaal anders was dan de rest van mijn werk - in rijmende verzen. Toch ga ik me voorlopig even toeleggen op mijn andere beroep. Niet toevallig draait het daar ook om interacties. Ik blijf benieuwd hoe het verder gaat.

cross