Willem de Vlam
Toneel om naar uit te kijken
  • Het gaat er niet om of ik trouw ben aan mezelf. Alsof er een zelf is die ik op een of andere manier in de steek kan laten.
    Wieke  in:  ‘Kanonnenvlees’
  • Elke keer dezelfde kutgeintjes. En ik heb het je altijd vergeven. Want jij was uiteindelijk mijn broer. Maar dat was niet zo, he? Uiteindelijk? Jij bent niet mijn broer. Niet als het er op aan komt. Zoals nu.
  • En trouwens, mijn moeder was misschien makkelijk maar niet te koop.
    Evert  in:  ‘Hond’
  • Ik bel niet, jij belt niet. Als we alletwee niet bellen moeten we ook alletwee niet zeuren, of ben ik nou gek?
    Evert  in:  ‘Hond’
  • Je zag mensen in de gaten krijgen wat er veranderd was Hoe belangrijk informatietechnologie geworden was We wisten niet dat ze er vooral bang van zouden worden
    Iris  in:  ‘Blind’
  • Kunnen we niet gewoon een familie met een geschiedenis zijn? Die heb je toch gewoon?
  • En toch gaat ook bij ons het overtreden van de regels niet vanzelf; ook wij vrezen de straf van onze dorpsgenoten; de roddels, de uitsluiting. We overtreden met even veel moeite als ieder ander, de ongeschreven wetten die ons door de volksverhalen worden ingeprent. Maar we overtreden ze wel.
    John  in:  ‘Kanonnenvlees’
  • Godver ik sta helemaal stijf van de adrelanine. Moet je ruiken. Ik stink helemaal van de stress. Ruik je dat? O, wat heb ik hier een hekel aan. Dit vind ik altijd een heel erg onplezierige emotie om in te zitten.
    Evert  in:  ‘Hond’
  • Mo verdween naar verre vreemde plaatsen, waar dingen als kleren ontzettend belangrijk waren. Ons leven viel helemaal stil. We waren net twee waterskiërs die achter een speedboot hingen, maar de kabel brak. We zwommen weer naar de wal. Het terrein van de gewone mensen. Waar we horen. Hè, Ger?
    Ticho  in:  ‘Overwinteren’
  • Het ding met gebaren is, dat ze niet zo veel voorstellen als je niet weet wat diegene er mee probeert te zeggen.
cross